Een volle kerk?

21 oktober 2022

Laten we de onderlinge bijeenkomst niet nalaten…

Het was hoopgevend te zien dat afgelopen zondagmorgen de kerk vol zat. De koster moest mensen zelfs plaatsen aanwijzen. Dat was lang geleden. Ik was dankbaar. Blijkbaar zijn de mensen (nog) niet verdwenen. Nu zijn er kwade tongen die beweren dat mensen werden gedreven door nieuwsgierigheid. Dat valt best te begrijpen. Je wilt toch wel even weten wie die predikant is, die de kerkenraad op het oog heeft. Dat is ook altijd wel het lastige wanneer je als predikant voorgaat in de gemeente die je heeft beroepen. Je preekt het Woord, maar je weet heel goed dat mensen ook zitten te letten op allerlei andere zaken. Hoe lang preekt hij? Spreekt hij de kinderen en de jongeren aan? Is hij te begrijpen? Heeft hij aandacht voor dit of voor dat? Je zou zomaar kunnen vergeten dat het gaat om het Woord van God.

Naast mij zat een jongetje die druk in de weer was met een lees- en doeboek, dat hij bij zich had. Stil zitten is best een dingetje voor zo'n kereltje, maar ik had er totaal geen last van. Sterker nog, het viel me op dat hij wel degelijk oor had voor de preek. Ik hoorde hem op een gegeven moment een zin herhalen die de predikant zei. Later hoorde ik hem zelfs zeggen: Dat klopt! Hij was het dus eens met wat ds. Stehouwer vertelde. En toen de dominee begon over een kinderliedje, veerde hij helemaal op. Prachtig om te merken hoe dat werkt bij kinderen. Ze zijn voor het oog met van alles en nog wat bezig, maar ondertussen vangen ze wel flarden uit de preek op, vooral als het ook iets is wat ze herkennen. Voor mij ook weer een les. Daarom is het goed als predikant regelmatig zelf in de samenkomst aanwezig te zijn als kerkganger.

Maar ik was begonnen met de volle kerk. Natuurlijk zegt dat niet alles. Ik heb liever gevulde harten, dan een volle kerk, als u begrijpt wat ik bedoel. We moeten ons niet blindstaren op volle kerken. Maar we merken wel dat de kerkgang na de periode van coronamaatregelen er niet beter op geworden is. Natuurlijk kun je thuis ook meekijken en meeluisteren, maar dan ontmoet je de ander niet. En - laten we dat ook bedenken - de ander ontmoet jou niet, de ander die jou misschien wel nodig heeft. Een enkel gebaar of een blik kan al voldoende zijn.

Onlangs hoorde ik het getuigenis van een man die helemaal van de kerk vervreemd was. Totdat hij op een zondag wakker werd met de gedachte dat hij naar de kerk moest. Niet dat zijn verlangen nou zo groot was, maar iets in hem zei dat hij moest. En hij ging. Baat het niet, dan schaadt het niet. Toen hij uit de samenkomst naar huis liep, kwam een vrouw, die hij wel kende uit het dorp, hem achterop. Zij legde haar hand op zijn schouder en zei: Goed dat je er was vanochtend. En die enkele woorden samen met dat gebaar, zorgden voor de grote omkeer in zijn leven. Hij vertelde: "Het leek alsof God zelf Zijn hand op mij legde." Hij kwam tot geloof in God. Hoe mooi is dat!

Maar wat nou als die vrouw thuis was gebleven omdat ze op die manier ook wel de samenkomst kon volgen?

Natuurlijk zijn er allerlei redenen waarom het niet meer gaat, de ouderdom, ziekte, of wat dan ook. Daar gaat het natuurlijk niet om. Nee ik heb het over de gemakzucht. Daarom is het goed uzelf eens de vraag te stellen waarom een kerkdienst (zoals wij dat plegen te noemen) in de Bijbel een samenkomst (of bijeenkomst) heet. Vooral die woordjes 'samen' en 'bijeen'.


Meer informatie:
ds. G.C. Bergshoeff
033-277 13 77
dsb@hervormdscherpenzeel.nl

Terug naar het nieuwsoverzicht