Liturgie van de dienst op zondag 9 oktober 2022 om 09:30 uur

Voorganger: ds. G.C. Bergshoeff

Lezing: Romeinen 1:16-25

Kinderbijbeluur, 25-jarig jubileum Nico van Egdom als organist

De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.

Komende zondag wil ik beginnen met de serie, het ABC van het christelijk geloof. In deze serie gaan we de kernzaken van het christelijk geloof na. We volgen globaal de twaalf artikelen van het christelijk geloof. Deze beginnen met de belijdenis dat we geloven in God. Nu is dat bepaald geen vanzelfsprekendheid. De apostel die de brief aan de Hebreeën heeft geschreven, zegt: Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is. Geloven dus dat er een God is. Vanzelfsprekend is dat niet, want in onze dagen wordt dat sterk aangevochten. Daar willen we het komende zondag over gaan hebben. We doen dat aan de hand van Romeinen 1:16-25. Daarin maakt de apostel ons duidelijk dat ieder mens een besef heeft van het goddelijke. De mens is ongeneeslijk religieus. Dat zie je ook wel om je heen. Op een of andere manier hebben we ‘iets’ nodig wat groter is dan wijzelf.

De liturgie in deze samenkomst is samengesteld in nauw overleg met de organist van dienst Nico van Egdom. Hij is inmiddels al 25 jaar kerkorganist en dat zullen we op deze wijze ook een plek geven. Ook vanaf deze kant spreek ik de dank uit voor zijn inzet om de gemeentezang vorm te geven. En ook voor de plezierige samenwerking die ik ervaar in het onderlinge contact.


Voor aanvang van de dienst is er inleidend orgelspel gecombineerd met enkele liederen die door de zanggroep ten gehore worden gebracht. 
We verzoeken u vriendelijk om dan stil te luisteren.

Aanvangslied: Lied 514: 1, 3 en 4

1 zanggroep      
Nader, mijn God, bij U, steeds naderbij
stijgt mijn gebed tot U: Wees mij nabij!
U, die mijn leven kent, heeft zich niet afgewend,
Nader, mijn God, bij U,steeds naderbij.

3 allen
Heer, als het duister daalt, angst op mij valt,
legt u een hand op mij, die nooit ontvalt.
U, die mijn geest begrijpt, weet wat mijn hart aangrijpt.
Nader, mijn God, bij U, steeds naderbij.

4 allen
Nader, mijn God, bij U, steeds naderbij
leef ik in Christus' naam U bent nabij.
En als mijn einde wacht, draagt U mij door de nacht
nader, mijn God, tot U, nader tot U.

Zingen: Psalm 93 
1       De HEER' regeert, de hoogste Majesteit,
bekleed met sterkt', omgord met heerlijkheid,
bevestigt d' aard' en houdt door Zijne hand
dat schoon gebouw onwankelbaar in stand.

2       Gij hebt Uw troon van eeuwigheid gegrond.
De waat'ren, HEER', verheffen zich in 't rond;
rivier en meer verheffen hun geruis,
het siddert al op 't woedend stroomgedruis.

3       Maar HEER', Gij zijt veel sterker dan 't geweld
der waat'ren, dien Uw almacht palen stelt.
De grote zee zwijgt op Uw wenk en wil,
hoe fel zij bruis', hoe fel zij woede, stil.

4       Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan,
al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan.
De heiligheid is voor Uw huis, o HEER',
eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer!

Onze hulp en groet 

Zingen: Psalm 96:1, 4 en 8 
1       Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE,
zing, aarde, zing dien God ter ere!
Looft 's HEEREN Naam met hart en mond,
vermeldt Zijn heil op 't wereldrond!
Dat dag aan dag Zijn roem vermeęre.

4       Hoe blinkt het alles door vertoning
van sterkt' en sieraad in Zijn woning!
Geef dan, o allerlei geslacht,
de roem van heerlijkheid en kracht
aan Isrels groten God en Koning!

8       Dat zich de hemelen verblijden;
verheugd zij d' aard' aan alle zijden,
verheugd de volheid van de zee!
Het veld spring' op met al het vee,
en 't woud moet juichend God belijden.

Wet 

Zingen: Psalm 84: 1 en 6 
1       Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot,
o HEER' der legerscharen God,
zijn mij Uw huis en tempelzangen!
Hoe branden mijn genegenheęn,
om 's HEEREN voorhof in te treęn!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen;
mijn hart roept uit tot God, Die leeft
en aan mijn ziel het leven geeft.

6       Want God, de HEER', zo goed, zo mild,
is 't allen tijd een zon en schild.
Hij zal genaad' en ere geven.
Hij zal hun 't goede niet in nood
onthouden, zelfs niet in de dood,
die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, HEER', die op U bouwt
en zich geheel aan U vertrouwt!

Gebeden 

Schriftlezingen: 

Psalm 19:1-7 
1 Een psalm van David, voor de koorleider.
2 De hemel vertelt Gods eer,
het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
3 Dag op dag spreekt overvloedig,
nacht op nacht geeft kennis door.
4 Geen spreken is er, geen woorden zijn er,
hun stem wordt niet gehoord.
5 Hun richtlijn gaat uit over heel de aarde,
hun boodschap tot aan het einde van de wereld.
Hij heeft daar een tent opgezet voor de zon.
6 En die is als een bruidegom, die zijn slaapkamer uit gaat;
hij  is vrolijk als een held om snel het pad te lopen.
7 Aan het ene einde van de hemel is zijn opgang,
zijn omloop is tot het andere einde;
niets is verborgen voor zijn gloed.

Psalm 33:6 
6 Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt,
door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht.

Romeinen 1:16-23 
16 Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.
17 Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven
18 Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken,
19 omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard.
20 Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
21 Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar zij zijn verdwaasd in hun overwegingen en hun onverstandig hart is verduisterd.
22 Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden,
23 en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.

Zingen: Lied 158
1 allen                
O kostbaar kruis, o wonder Gods,
waaraan de Prins der glorie stierf;
ik wil om U zijn zonder trots,
ik acht verlies wat ik verwierf.

2 zanggroep      
Bewaar mij dat ik roemen zou
dan in mijns Heren Christi dood.
Al wat ik anders noemen zou
is niets bij dit mysterie groot.

3 vrouwen          
O angst en liefde, ondereen
vermengd als water en als bloed,
zij wijzen naar het wonder heen
van Hem die op de aarde boet.

4 mannen          
Het rode bloed, zijn koningskleed
bedekt het schandelijke kruis,
dat wordt door alles wat Hij leed
de levensboom van 't paradijs.

5 allen                
En door zijn dood en door zijn bloed
is nu de wereld dood voor mij.
Ik ben gestorven, maar voor goed
van heel de dode wereld vrij.

6 allen                
De aarde zelf is veel te klein
voor wie U waarlijk loven wil.
Uw liefde is een groot geheim,
zij vraagt geheel mijn hart en ziel.

Preek 

Zingen: Lied 445
1 zanggroep      
Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.
Niet eenzaam ga ik op de vijand aan.
Sterk in uw kracht, gerust in Uw bescherming. ) 2x
Ik bouw op U en ga in Uwe naam. )

2 allen                
Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend.
En telkens weer moet ik uw kracht verstaan.
Toch rijst in mij een lied van overwinning. ) 2x
Ik bouw op U en ga in Uwe naam. )

3 allen                
Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.
Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd.
In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan ) 2x
in rust met U die mij hebt voortgeleid. )

Gebed en voorbede 

Zingen: Lied 183
1 allen                 U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer!
Vol van licht en luister daalt de engel af
en verbreekt de kluister van 't verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer!

2 zanggroep      
Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer,
Redder van de zijnen; twijfel nu niet meer.
Zie zijn aanschijn blinken als de morgenzon; laat uw lied weerklinken: 'Christus overwon!'
allen                
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer!
 
3 allen                
Zou ik nog vrezen? Christus leeft voorgoed,
die met heel mijn wezen ik beminnen moet.
Hij is mijn victorie, troost en toeverlaat,
die mij in zijn glorie eeuwig delen laat.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer!

Zegen 

Toespreken Nico 

Tijdens uitleidend orgelspel door Wilfred Folmer kunt u Nico de hand schudden in het koor van de kerk.

Lied 443 
1       Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is 'Ik ben' en 'Ik zal er zijn'.

2       Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

3       De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij, Jezus, laat mij niet gaan.

4       'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.

5       O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn HEER:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

6       'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.
Uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.


Naar het overzicht van de kerkdiensten