Gedicht - ‘Vakantie - Psalm 116’

Om over na te denken

17 juni 2022

Ik zit buiten
in een luie stoel
soms in de zon,
soms lekker koel.
Een parasol, een glaasje fris,
een heel mooi boek
dat spannend is.
Als dat geen weldaad is (wat dan wel?)
Ik sluit mijn ogen lekker toe,
geniet van zon en rust,
een heerlijk gevoel.
Gedachten gaan,
van hier, naar hoe
wat was er veel, wat 'n gedoe.
Mijn leven trekt als een film voorbij,
hoe klein ben ik, hoe groot zijt Gij.
Dan borrelen mij weer lied'ren naar boven
o grote God, U wil ik loven,
zachtjes zing ik 'God heb ik lief'
en 'Abba Vader',
mijn God, U bent mijn levensader.
ja, neuriënd loof ik,
mijn Heiland, mijn God.

Het is mij een lust
maar ook een gebod
ja, mijn leven met U
geeft vrede en rust.
Door U bestraft
maar ook gekust
blijft Gij in mij,
door alle tijd,
opdat ik mag loven in eeuwigheid
Mijn zomergenot,
is een loflied tot God.

E. Mens-van Wijk


Zie ook