Liturgie van de dienst op zondag 4 mei 2025 om 09:30 uur
Voorganger: ds. B.J.W. Ouwehand
Lezing: Hebreeën 12:18-24
voorbereiding heilig avondmaal
De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.
Voorzang: Lied 8 (‘HEER, onze God, hoe heerlijk is Uw naam.’)
Votum & groet
Psalm 99:1 en 8 (‘God, de HEER, regeert.’)
Formulier HA
Geliefden in de Heere Jezus Christus, luister nu naar de woorden die de heilige apostel Paulus ons over de instelling van het Heilig Avondmaal in 1 Korinthe 11 schrijft: ‘Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.’
Opdat wij het Avondmaal tot onze hulp en troost zullen vieren, is het nodig dat wij ons van te voren op de juiste manier beproeven en onderzoeken.
De Bijbelse beproeving van onszelf bestaat uit drie delen:
Ten eerste: laat ieder bij zichzelf zijn zonden en vervloeking overdenken, opdat hij een afkeer van zijn zonde krijgt en zich voor God verootmoedigt, want de toorn van God tegen de zonde is zo groot dat Hij die niet ongestraft wilde laten, maar de straf ervoor door de bittere en smadelijke kruisdood heeft voltrokken aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus.
Ten tweede: laat ieder zijn hart onderzoeken of hij in de betrouwbare belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn en dat de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigendom toegerekend en geschonken is. Ja, zo volkomen alsof hijzelf, in eigen persoon, voor al zijn zonden betaald en alle gerechtigheid volbracht had.
Ten derde: laat ieder zijn geweten onderzoeken of hij er ook naar verlangt om voortaan met zijn hele leven God waarachtig dank te bewijzen en oprecht voor Gods aangezicht te wandelen. En daarbij of hij, terwijl hij van harte alle vijandschap, haat en afgunst aflegt, zich van harte voorneemt vanaf nu in waarachtige liefde en eensgezindheid met zijn naasten te leven.
Een ieder die deze gezindheid heeft, wil God zeker in genade aannemen en voor een waardige tafelgenoot van Zijn Zoon Jezus Christus houden. Zij die hun redding echter niet van Jezus Christus verwachten en er niet naar verlangen om voor God te leven, eten en drinken zichzelf een oordeel wanneer zij toch aangaan.
Naar het bevel van Christus en de apostel Paulus vermanen wij daarom allen die weten dat zij met de volgende aanstootgevende openbare zonden besmet zijn en die daar bewust aan vasthouden, zich van de Avondmaalstafel te onthouden en wij verkondigen hen dat zij, zolang zij zich niet bekeren, geen deel hebben aan het rijk van Christus.
Dit betreft alle afgodendienaars, allen die zich een beeld van God maken, allen die de Naam van God lasteren en misbruiken, allen die het Woord van God en Zijn heilige sacramenten verachten, allen die tweedracht zaaien in de kerk en in ons volk, die weigeren gezag te aanvaarden in kerk en samenleving, allen die in haat en nijd tegen hun naaste leven of lichtvaardig hun woord breken, die het leven, van God geschonken verachten, allen die het huwelijk moedwillig in gevaar brengen, van zichzelf of van anderen, allen die stelen, die in de ban zijn van geld en bezit, allen die liegen, bedriegen of kwaadspreken, allen die zich aan verslaving overgeven en van hun genot hun god maken.
Zolang zij aan zulke zonden vasthouden, moeten zij zich onthouden van dit brood en deze wijn, die Christus alleen voor Zijn gelovigen bestemd heeft, opdat hun straf en veroordeling niet nog zwaarder wordt.
Maar dit alles wordt ons, geliefde broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten van de gelovigen te ontmoedigen, alsof niemand tot het Avondmaal van de Heere zou mogen gaan dan alleen wie zonder enige zonde is. Want wij komen niet tot de tafel om daarmee te tonen dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn. Integendeel, omdat wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus zoeken, belijden wij met ons aangaan dat wij midden in de dood liggen.
Wij erkennen open en eerlijk dat wij nog vele zonden en gebreken in onszelf aantreffen, namelijk dat wij geen volkomen geloof hebben en ons er niet toe zetten God met zo’n ijver te dienen als wij behoren te doen, maar dat wij juist dagelijks strijd moeten voeren met de zwakheid van ons geloof en onze verderfelijke begeerten. Ondanks dit alles, omdat wij door de genade van de Heilige Geest van harte bedroefd zijn over zulke gebreken en wij er naar verlangen om tegen ons ongeloof te strijden en naar al Gods geboden te leven, zullen wij er nochtans ten volle van verzekerd zijn dat geen zonde of zwakheid, die nog tegen onze wil in ons overgebleven is, ons kan verhinderen dat God ons in genade aanneemt en ons deelgenoten maakt van dit hemelse voedsel en deze hemelse drank en ons daartoe waardig keurt.
Psalm 139:14 (‘Doorgrond m’, en ken mijn hart, o HEER!’)
Gebed om de Heilige Geest
Schriftlezing: Hebreeën 12:18-24
Thema: Wordt geen navolger van Ezau!
- De context
- Het voorbeeld
Psalm 24:2 en 3 (‘Wie klimt den berg des HEEREN op?’)
Verkondiging
Lied 153:1, 2, 6 en 7 (‘Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten.’)
Dankgebed
Lied 434 (‘Halleluja, eeuwig dank en ere.’)
Zegen
Na de zegen zingen we het 1e en 6e couplet van het Wilhelmus.