Liturgie van de dienst op zondag 13 april 2025 om 09:30 uur
Voorganger: ds. B.J.W. Ouwehand
Lezing: Lukas 22
palmzondag, openbare geloofsbelijdenis
De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.
Zondag 13 april hoopt een aantal doopleden in de ochtenddienst belijdenis te doen van het geloof. We staan met elkaar stil bij de verloochening door Petrus (Luk. 22:31-34 & 54-62). Wilt u de catechisanten een plek in uw voorbede geven?
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Voorzang: Psalm 108
1 Mijn hart, o Hemelmajesteit,
Is tot Uw dienst en lof bereid.
'k Zal zingen voor den Opperheer;
'k Zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij, zachte harp, gij schelle luit,
Waakt op; dat niets uw klanken stuit';
'k Zal in den dageraad ontwaken,
En met gezang mijn God genaken.
Votum en groet
Zingen: Psalm 23a weerklank
1 De HEER is mijn Herder!’k Heb al wat mij lust.
Hij zal mij geleiden naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens aan waatren der rust.
Geloofsbelijdenis
Zingen: Psalm 46
6 De HEER', de God der legerscharen,
is met ons, hoedt ons in gevaren.
De HEER', de God van Jakobs zaad,
is ons een burg, een toeverlaat.
Gebed om de Heilige Geest
Schriftlezing: Lukas 22:31-34, 54-62
31 En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe.
32 Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.
33 En hij zei tegen Hem: Heere, met U ben ik bereid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan.
34 Maar Hij zei: Ik zeg u, Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent.
54 En zij namen Hem gevangen en voerden Hem weg en brachten Hem in het huis van de hogepriester. En Petrus volgde op een afstand.
55 En toen zij een vuur aangestoken hadden midden op de binnenplaats, en zij samen daaromheen waren gaan zitten, ging Petrus in hun midden zitten.
56 En een zeker dienstmeisje zag hem bij het vuur zitten en zei, met haar ogen op hem gericht: Ook hij was bij Hem.
57 Maar hij verloochende Hem en zei: Vrouw, ik ken Hem niet.
58 En kort daarna zag een ander hem en zei: Ook u bent een van hen. Maar Petrus zei: Mens, dat ben ik niet.
59 En ongeveer een uur later bevestigde een ander met stelligheid: Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër.
60 Maar Petrus zei: Mens, ik weet niet wat u zegt. En onmiddellijk, terwijl hij nog sprak, kraaide de haan.
61 En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben.
62 En Petrus ging naar buiten en huilde bitter.
Thema: Vastgehouden door Zijn blik
1.
Jezus’ gebed
2.
Jezus’ blik
Zingen: Psalm 119
5 Waarmede zal de jongeling zijn pad,
door ijdelheên omsingeld, rein bewaren?
Gewis, als hij het houdt naar 't heilig blad.
U zoekt mijn hart, mijn oog blijft op U staren;
laat mij van 't spoor, in Uw geboôn vervat,
niet dwalen, HEER'; laat mij niet hulp’loos varen.
Verkondiging
Zingen: Weerklank Lied 152
1 Lam Gods, dat zo onschuldig, zo moedig en geduldig,
aan ’t schandlijk kruishout lijdt,
verdienden niet mijn zonden die striemen en die wonden?
Ik weet dat Gij onschuldig zijt!
2 Niet Gij, nee ik moest sterven en ’s Vaders liefde derven
in eindeloze pijn!
Maar in uw mededogen sloeg Gij op mij uw ogen
en wilde mijn Verlosser zijn.
Formulier
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, deze broeders en zusters verlangen er naar om vandaag in ons midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus.
Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn.
In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus' gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij Zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten.
De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar hun geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in hun voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik jullie, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof willen afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
Ten eerste: Belijd je te geloven in God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en van de aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest?
Ten tweede: Aanvaard je de roeping om, als lidmaat van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, je Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk?
Ten derde: Wil je, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige Schrift, en wil je met de jou geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?
Wat is daarop jouw antwoord?
Geliefde broeders en zusters, hoor dan nu de woorden van God uit 1 Timotheüs 6: ‘Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe jullie ook geroepen zijn en de goede belijdenis afgelegd hebben voor vele getuigen. Ik beveel jullie voor God, Die alle dingen levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heeft, dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen, tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus. De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal die op Zijn tijd laten zien, Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.’
Uit kracht van jullie doop en als gevolg van jullie persoonlijke belijdenis van het geloof, verklaren wij jullie, in de gemeenschap van de Kerk van Christus, tot belijdend lid van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen jullie tot de tafel van de Heere.
Zegen: De God van alle genade, die jullie in Christus geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal jullie volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
Zingen: Psalm 134:3
3 Dat 's HEEREN zegen op u daal',
Zijn gunst uit Sion u bestraal'.
Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer;
looft, looft dan aller heren HEER'
Geliefde broeders en zusters in de Heere, nu je door je belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat je medeburger bent van de heiligen en huisgenoot van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is; in Hem wordt je ook mee opgebouwd tot een woonstede van God in de Geest.
Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders en zusters hebt gehoord, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons één zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb, dat u ook elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat u discipelen van Mij bent, indien u liefde hebt onder elkaar.’
Zingen: Weerklank Lied 439
Nieuwe belijdende leden
1 Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
2 ’k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuw’ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:
één met God de Vader en verenigd met uw volk;
tot de dag gekomen is van uw wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
Allen
3 Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.
4 Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd’ en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen bracht;
en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.
Dankgebed
Zingen: Psalm 147
1
Laat 's HEEREN lof ten hemel rijzen,
hoe goed is 't, onzen God te prijzen!
't Betaamt ons psalmen aan te heffen,
die lieflijk zijn, en harten treffen.
De HEER' wil ons in gunst aanschouwen,
Hij wil Jeruzalem herbouwen,
vergâren en in vreê doen leven
hen, die uit Isrel zijn verdreven.
3 Zeer groot is onze HEER', vol krachten;
onpeilbaar diep zijn Gods gedachten,
daar Zijn verstand, nooit af te meten,
ver overtreft al wat wij weten.
Zachtmoedigen wil Hij bewaren,
Hij houdt ze staand' in hun gevaren,
maar goddelozen doet Hij bukken,
bezwijken onder d' ongelukken.
Zegen
Orgelspel
Na afloop van de dienst is er gelegenheid om de nieuwe belijdende leden Gods zegen toe te wensen in het koor van de kerk.