Liturgie van de dienst op Eerste Kerstdag 25 december 2024 om 09:30 uur
Voorganger: ds. B.J.W. Ouwehand
Lezing: Mattheüs 1:18-25
De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.
Op Eerste Kerstdag lezen we verder in het kerstevangelie naar Mattheüs (Matth. 1:18-25). Het thema van deze dienst is ‘Immanuel’.
Orgelspel
Kerkenraad komt binnen
Koor
In de nacht gekomen
Kind van hogerhand.
Licht in blinde ogen, licht dat zingend brandt.
Kom in onze dagen, kom in onze nacht.
Hoor de aarde klagen, Heer, de wereld wacht.
In de nacht gekomen Kind dat met geduld,
eeuwenoude dromen eindelijk vervult.
Kom in onze dagen, kom in onze nacht.
Kom met uw gestage, milde overmacht.
In de nacht gekomen, onmiskenbaar Kind.
Kom, doorwaai de bomen, zachte zuidenwind.
Kom in onze dagen, kom in onze nacht.
Laat uw morgen dagen, kom, de wereld wacht.
Afkondigingen
Voorzang: Psalm 146
1 Prijs den HEER' met blijde galmen;
gij, mijn ziel, hebt rijke stof.
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan Zijn lof;
'k zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
8 't Is de HEER' van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer,
prijs Zijn grootheid, loof den HEER'!
Votum & groet
Zingen: gezang 133
1 Koor Stille nacht, heilige nacht!
Davids Zoon, lang verwacht,
die miljoenen eens zaligen zal,
wordt geboren in Bethlehems stal,
Hij, der schepselen Heer (2x)
2 Koor Hulploos Kind, heilig Kind,
dat zo trouw zondaars mint,
ook voor mij hebt G’ U rijkdom ontzegd,
wordt G’ op stro en in doeken gelegd.
Allen Leer m’ U danken daarvoor. (2x)
3 Allen Stille nacht, heilige nacht!
Vrede en heil, wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld;
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij eer! (2x)
Geloofsbelijdenis van Nicea
Zingen: Lied 426
1 Eeuwig Woord, U willen wij bezingen,
God uit God en Licht uit Licht;
Wijsheid, vóór de aanvang aller dingen
spelend voor Gods aangezicht;
Engel Gods uit Isr’els oude dagen,
Zoon van ’s Vaders eeuwig welbehagen,
dienaar van Gods hoog bevel,
Kind der maagd, Immanuël!
Gebed om de Heilige Geest
Schriftlezing: Mattheüs 1:18-25
18 De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat zij samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest.
19 Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken.
20 Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest;
21 en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
22 Dit alles is geschied opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet, toen hij zei:
23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons.
24Toen Jozef uit de slaap ontwaakt was, deed hij zoals de engel van de Heere hem bevolen had, en hij nam zijn vrouw bij zich;
25 en hij had geen gemeenschap met haar totdat zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en hij gaf Hem de naam Jezus.
Thema: Immanuel
Zingen: Lied 138
1 Wij trekken in een lange stoet op weg naar Bethlehem,
wij gaan uw koning tegemoet, o stad Jeruzalem!
Gezegend die zijn komst begroet en knielen wil voor Hem!
Wij loven U, koning en Heer, koning en Heer,
Wij loven U, koning en Heer!
4 Wij gaan op weg naar Bethlehem,
daar ligt Hij in een stal
die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal!
Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal:
Wij loven U, koning en Heer, koning en Heer,
Wij loven U, koning en Heer!
Verkondiging
Zingen: Psalm 98
2 Koor Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt.
Dit slaan al 's aardrijks einden gade,
nu onze God Zijn heil ons schenkt.
Juich dan de HEER' met blijde galmen,
gij ganse wereld, juich van vreugd!
|
Zing vrolijk in verheven psalmen
het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt.
3 Allen Doet bij uw harp de psalmen horen,
uw juichstem geev' de HEERE dank!
Laat klinken door uw tempelkoren
trompetten en bazuingeklank!
Dat 's HEEREN huis van vreugde druise
voor Isrels grote Opperheer,
de zee met hare volheid bruise,
de ganse wereld geev' Hem eer.
Dankgebed
Zingen: Lied 129
1 Kom allen tezamen, jubelend van vreugde:
kom nu, o kom nu naar Bethlehem!
Zie nu de vorst der eng’len hier geboren.
Kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden die koning.
4 O kind, ons geboren, liggend in de kribbe,
neem onze liefd’ in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!|
Kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden die koning.
5 Zing aarde en hemel, zing nu eng’lenkoren,
zing alle scharen rondom de troon:
Glorie aan God en vrede voor de mensen!
Kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden,
kom, laten wij aanbidden die koning.
Zegen
De HEERE zegene u en behoede u, de HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. Amen
Zingen: Lied 118
Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde,
vrede op aarde, vrede op aarde,
in de mensen, in de mensen een welbehagen,
in de mensen een welbehagen, een welbehagen.
Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Amen, amen.
Orgelspel