Liturgie van de dienst op zondag 24 november 2024 om 09:30 uur
Voorganger: ds. B.J.W. Ouwehand
Lezing: Exodus 2:23-25
afsluiting kerkelijk jaar
De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.
Zondagochtend 24 november noemen we de namen van hen die ons het afgelopen kerkelijk jaar zijn ontvallen. In deze dienst lezen we Exodus 2:23-25. God hoort het hulpgeroep van Zijn volk en ziet naar hen om. Een bemoedigend maar tegelijk ook een confronterend gedeelte.
Inleidend orgelspel
Binnenkomst kerkenraad
Koor:
Zalig, die in Christus sterven,
de doden, die de hemel erven,
voor wie Hij woning heeft bereid.
Na de nacht van strijd en zorgen
aanschouwen zij de eeuw’ge morgen,
ontwakend tot onsterflijkheid.
Van moeiten rusten zij.
Hun lijden is voorbij.
Halleluja,
bij ’s Vaders troon
wacht hen de Zoon
hun werken volgen hen als loon.
Welkom en Afkondigingen
Voorzang: Weerklank Lied 433
1 Grote God, wij loven U,
Heer, o sterkste aller sterken!
Heel de wereld buigt voor U
en bewondert uwe werken.
Die Gij waart te allen tijd,
blijft Gij ook in eeuwigheid.
2 Alles wat U prijzen kan,
U, de Eeuw’ge, ongeziene,
looft uw liefd’ en zingt ervan.
Alle eng’len, die U dienen,
roepen U nooit lovensmoe:
‘Heilig, heilig, heilig’ toe!
3 Heer, ontferm U over ons,
open Uwe Vaderarmen,
stort Uw zegen over ons,
neem ons op in Uw erbarmen.
Eeuwig blijft uw trouw bestaan –
laat ons niet verloren gaan.
Votum en groet
Zingen: Psalm 23
1 De God des heils wil mij ten Herder wezen,
'k heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te vrezen.
Hij zal mij zacht in liefelijke weiden,
aan d' oevers van zeer stille waat’ren leiden.
Hij sterkt mijn ziel, richt om Zijn Naam mijn treden
in 't effen spoor van Zijn gerechtigheden.
2 Ik vrees niet, neen, schoon ik door duist’re dalen
in doodsgevaar bekommerd om moest dwalen.
Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden:
Uw stok en staf zal mij altoos behoeden.
Gij troost mijn ziel en richt in mededogen,
de tafel aan voor mijner haat’ren ogen.
Overdenken overledenen
Zingen: Psalm 27
7 Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op de HEER', godvruchte schaar, houd moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer.
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op de HEER'.
Geloofsbelijdenis
Gebed om de Geest
Schriftlezing: Exodus 2:23-25
23 Het gebeurde vele dagen daarna, toen de koning van Egypte gestorven was, dat de Israëlieten zuchtten en het uitschreeuwden vanwege de slavenarbeid. En hun hulpgeroep vanwege de slavenarbeid steeg omhoog tot God.
24 Toen hoorde God hun gekerm, en God dacht aan Zijn verbond met Abraham, met Izak en met Jakob.
25 En God zag naar de Israëlieten om en ontfermde Zich over hen.
Openbaring 6:9-17
9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.
10 En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?
11 En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.
12 En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed,
13 en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud.
14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt.
15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen.
16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam.
17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?
Koor: Psalm 13
Hoelang nog, Heere? Zult U mij voor altijd vergeten?
Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?
Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel,
verdriet hebben in mijn hart, dag na dag?
Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen?
Zie mij aan, verhoor mij, Heere, mijn God!
Verlicht mijn ogen, anders ontslaap ik in de dood,
anders zegt mijn vijand: Ik heb hem overwonnen,
en verheugen mijn tegenstanders zich, wanneer ik wankel.
Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid,
mijn hart zal zich verheugen in Uw heil,
ik zal voor de Heere zingen,
omdat Hij goed voor mij geweest is.
Eer aan de Vader en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Verkondiging:
Thema: God hoort!
1 Gods doel
2
Herstel
Zingen: Psalm 42
3 O mijn ziel, wat buigt g' U neder,
waartoe zijt g' in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder,
zoek in 's Hoogsten lof uw lust,
want Gods goedheid zal uw druk
eens verwiss’len in geluk.
Hoop op God, sla 't oog naar boven,
want ik zal Zijn Naam nog loven.
5 Maar de HEER' zal uitkomst geven
Hij, Die 's daags Zijn gunst gebiedt.
'k Zal in dit vertrouwen leven
en dat melden in mijn lied;
'k zal Zijn lof zelfs in de nacht
zingen, daar ik Hem verwacht,
en mijn hart, wat mij moog' treffen,
tot de God mijns levens heffen.
Dankgebed
Zingen: Lied 515
1 Wie maar de goede God laat zorgen en op Hem hoopt in ’t bangst gevaar,
is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij godd’lijk, wonderbaar:
wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd.
2 Blijf dan eerbiedig God verbeiden en zwijg de Heer ootmoedig stil;
Hij zal ons naar zijn raad geleiden, ’t is goed en heilig wat Hij wil.
God die ons uitverkoren heeft,
kent alle zorg die in ons leeft.
3 Treed vrolijk voort op ’s Heeren wegen, neem zijn gebod getrouw in acht.
’t Wordt eind’lijk alles u ten zegen, wanneer gij daarop biddend wacht.
En wie gelovig op Hem ziet, weet zeker: Hij verlaat ons niet.
Zegen
Koor: It is well with my soul
When peace like a river attendeth my way
When sorrows like sea billows roll;
Whatever my lot, thou hast taught me to say,
‘It is well, it is well with my soul.’
Though Satan should buffet, through trials should come,
let this blest assurance control:
that Christ has regarded my helpless estate,
and has shed his own blood for my soul.
My sin, oh the bliss of this glorious thought!
My sin, not in part, but the whole,
is nailed to the cross, and I bear it no more;
praise the Lord, praise the Lord, O my soul!
And Lord, haste the day when my faith shall be sight,
the cloud be rolled back as a scroll;
the trump shall resound and the Lord shall descend,
even so, it is well with my soul.
Vertaling:
Wanneer vrede als een rivier mijn pad begeleidt,
wanneer zorgen als golven van de zee op mij afrollen;
wat mijn lot ook is, U hebt mij geleerd te zeggen:
‘Het is goed, het is goed met mijn ziel.’
Al zou Satan mij aanvallen, al zouden beproevingen komen,
laat deze gezegende zekerheid mij leiden:
dat Christus mijn hulpeloze toestand heeft gezien
en zijn eigen bloed heeft vergoten voor mijn ziel.
Mijn zonde – o, de zaligheid van deze glorieuze gedachte!
Mijn zonde, niet voor een deel, maar in zijn geheel,
is aan het kruis genageld, en ik draag het niet meer;
prijs de Heer, prijs de Heer, o mijn ziel!
En Heer, bespoedig de dag dat mijn geloof zichtbaar zal zijn,
de wolken worden weggerold als een boekrol;
de bazuin zal klinken en de Heer zal neerdalen;
dan is het goed met mijn ziel.
Orgelspel