Liturgie van de dienst op zondag 24 maart 2024 om 09:30 uur

Voorganger: ds. M.C. Stehouwer / ds. G. van Goch

Lezing: Jozua 1: 1-9; Lukas 19: 28-38

Palmzondag; uitzenddienst fam. Reijnoudt

De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.

Op de zogeheten Palmzondag, de 7e lijdenszondag 14 maart, luisteren we samen naar Gods Woord uit Jozua 1: 1 t/m 9 en Lukas 19: 28 t/m 38. In deze dienst vindt ook de uitzending plaats van de familie Reijnoudt. Zij gaan naar Zuid-Soedan in Afrika om daar als gezondenen van de Heere Jezus Christus in Zijn Koninkrijk te dienen. Tegelijkertijd worden wij als gemeente van Scherpenzeel nadrukkelijk verbonden aan dit werk in Gods Koninkrijk te Zuid-Soedan. Omzien, voorbede, meeleven en betrokkenheid is waar de Heere ons allemaal toe roept, juist ook in deze dienst!

Liturgie

Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst

Persoonlijk woord door Gerbrand en Gerlinda

Zingen: Lied 288

1 Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer.
Aanbid Hem met eerbied en ontzag en kniel nu voor Hem neer;
die zelf geen zonde kent en ons genade schenkt.
Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer.

2 Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur.
Wij staan nu op heilige grond, waar Hij verschijnt met vuur;
een eeuwigdurend licht straalt van zijn aangezicht.
Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur.

3 Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment.
De kracht van de God die vergeeft en ons genezing brengt;
niets is onmogelijk voor wie gelooft in Hem.
Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment.

Stil gebed
(de gemeente bidt om Gods zegen voor de dienst)

Votum
(de predikant bidt namens de gemeente tot God om Hem in afhankelijkheid te ontmoeten)

Groet
(de groet bevestigt dat de God de gemeente wil ontmoeten)

Zingen: Psalm 139
(de gemeente zingt het geloof uit dat God het leven overziet)

1 Niets is, o Oppermajesteit,
bedekt voor Uw alwetendheid.
Gij kent mij, Gij doorgrondt mijn daân,
Gij weet mijn zitten en mijn staan:
wat ik beraad', of wil betrachten,
Gij kent van verre mijn gedachten.

2 G' omringt mijn gaan en liggen, Gij,
o HEER', zijt altoos nevens mij.
Uw onbepaalde wetenschap
kent mijne weg van stap tot stap.
Geen woord is nog mijn tong ontgleden,
of Gij, Gij weet alreeds mijn reden.

14 Doorgrond m' en ken mijn hart, o HEER'!
Is 't geen ik denk niet tot Uw eer?
Beproef m' en zie of mijn gemoed
iets kwaads, iets onbehoorlijks voed',
en doe mij toch met vaste schreden
de weg ter zaligheid betreden.

Wij luisteren naar Gods vermaningen uit  Kolossenzen 3: 1-17

Zingen: Psalm 17
(de gemeente belijdt God te gehoorzamen)

3a Ik zet mijn treden in Uw spoor,
opdat mijn voet niet uit zou glijden.
Wil mij voor struikelen bevrijden,
en ga mij met Uw heillicht voor.

Gebed
(wij vragen dat God door de Heilige Geest ons helpt om de Schriftlezingen en de preek te begrijpen)

Schriftlezingen
Jozua 1: 1-9
1 Het gebeurde na de dood van Mozes, de dienaar van de HEERE, dat de HEERE tegen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zei:
2 Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven.
3 Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb.
4 Van de woestijn en deze Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, heel het land van de Hethieten, en tot de Grote Zee, waar de zon ondergaat, zal uw gebied zijn.
5 Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten.
6 Wees sterk en moedig, want ú zult dit volk het land dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, in erfbezit laten nemen.
7 Alleen, wees sterk en zeer moedig, door nauwlettend te handelen overeenkomstig heel de wet die Mozes, Mijn dienaar, u geboden heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts of naar links, opdat u verstandig zult handelen overal waar u gaat.
8 Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen.
9 Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat.

Lukas 19: 28-38
28 Nadat Jezus dit gezegd had, reisde Hij voor hen uit en ging naar Jeruzalem.
29 En het gebeurde, toen Hij dicht bij Bethfagé en Bethanië gekomen was, bij de berg die de Olijfberg heette, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond.
30 Hij zei: Ga het dorp in dat voor u ligt, en als u daar binnenkomt, zult u een veulen vinden dat vastgebonden is, waarop geen mens ooit heeft gezeten. Maak het los en breng het hier.
31 En als iemand u vraagt: Waarom maakt u dat los, dan zult u zo tot hem spreken: Omdat de Heere het nodig heeft.
32 En zij die uitgezonden waren, gingen erheen en vonden het zoals Hij hun gezegd had.
33 En toen zij het veulen losmaakten, zeiden de eigenaars ervan tegen hen: Waarom maakt u het veulen los?
34 Zij nu zeiden: De Heere heeft het nodig.
35 Zij brachten het vervolgens naar Jezus. En nadat zij hun kleren op het veulen geworpen hadden, zetten zij Jezus daarop.
36 Toen Hij nu verderging, spreidden zij hun kleren onder Hem uit op de weg.
37 Toen Hij reeds dicht bij de helling van de Olijfberg was gekomen, begon de hele menigte van de discipelen zich te verblijden en God met luide stem te loven om alle machtige daden die zij gezien hadden.
38 En zij zeiden: Gezegend is de Koning, Die daar komt in de Naam van de Heere. Vrede in de hemel en heerlijkheid in de hoogste hemelen.

Zingen: Psalm 84
(Met dit lied belijden we dat we onze kracht en hulp zoeken bij God)

3 Welzalig hij, die al zijn kracht
en hulp alleen van U verwacht,
die kiest de welgebaande wegen.
Steekt hen de hete middagzon
in 't moerbeidal, Gij zijt hun bron
en stort op hen een milde regen,
een regen, die hen overdekt,
verkwikt en hun tot zegen strekt.

6 Want God, de HEER', zo goed, zo mild,
Is 't allen tijd een zon en schild.
Hij zal genaad' en ere geven.
Hij zal hun 't goede niet in nood
onthouden, zelfs niet in de dood,
die in oprechtheid voor Hem leven.
Welzalig, HEER', die op U bouwt
en zich geheel aan U vertrouwt!

Preek

Zingen: Psalm 91
(we zingen deze verzen als antwoord op de preek)
1 Hij, die op Gods bescherming wacht,
wordt door den hoogsten Ko-ning
beveiligd in den duist're nacht,
beschaduwd in Gods wo-ning.
Dies noem ik God, zo goed als groot
voor hen, die op Hem bouwen:
Mijn burg, mijn toevlucht in de nood,
den God van mijn betrouwen.

5 Ik steun op God, mijn Toeverlaat,
dies heb ik niets te vre-zen:
wie God vertrouwt, die deert geen kwaad.
Uw tent zal veilig we-zen.
Hij zal Zijn engelen gebiên,
dat z' u op weg bevrijden:
gij zult hen in gevaren, zien
voor uw behoud'nis strijden.

7 Dewijl zijn ziel Mij teêr bemint,
dus laat God Zelf Zich ho-ren,
heb Ik voor hem, als voor Mijn vrind
een heilrijk lot bescho-ren.
Omdat hij Mijnen Naam erkent,
zal hem Mijn gunst verzellen:
Ik zal hem redden uit d' ellend'
en op een hoogte stellen.

Onderwijs voorafgaande aan de uitzending van Gerbrand en Gerlinda Reijnoudt
Geliefde broeders en zusters in onze Heere Jezus Christus,

Wij geloven en belijden dat deze wereld door God is geschapen en daarom ook Zijn eigendom is. We belijden ook dat mensen en volken zich onttrokken hebben aan Gods heerschappij en dat de schepping zucht onder de tirannie van de boze. God heeft de wereld echter niet geschapen om haar prijs te geven. Hij wil niet dat mensen verloren gaan. Daarom riep Hij Abraham om zijn land en volk te verlaten, en volkomen op Hem te vertrouwen. Hij sloot een verbond met Abraham, Izaäk en Jakob. Hij leidde hun nakomelingen uit Egypte naar het beloofde land. Israël werd geroepen om een zegen te zijn voor alle volken van de aarde.
We geloven en belijden dat Jezus Christus, de Zoon des mensen, door de Vader in de wereld werd gezonden en geboren werd in Bethlehem zoals door de profeten was voorzegd. Hij kwam om te dienen en niet om gediend te worden. Hij stierf aan een kruis buiten de poorten van Jeruzalem. We belijden dat Jezus Christus Zijn leven gaf tot verzoening van zonden en tot herstel van de breuk tussen God en mensen. Hij stond op uit de doden en voer op naar de hemel om aan de rechterhand van Zijn Vader voor altijd te leven en te regeren als de Vredevorst. Zijn Rijk is nu nog verborgen. Maar de dag komt dat Zijn Koningschap voor het oog van alle volken zichtbaar zal zijn.

Wij geloven en belijden dat de Heilige Geest op het Pinksterfeest op bijzondere wijze aan de discipelen van Jezus werd gegeven. Zij getuigden van de dood en opstanding van Jezus Christus en riepen op tot geloof en bekering. Met de komst van de Geest werd de opdracht van Christus bevestigd. Namelijk dat in Zijn Naam bekering en vergeving van zonden verkondigd moet worden onder alle volken, te beginnen in Jeruzalem.

Nu, na tweeduizend jaar, heeft het evangelie zich verspreid over de hele aarde, maar de taak van de wereldzending is nog onvoltooid. Nog steeds is de christelijke gemeente geroepen om in woord en daad de Naam van de Heere te belijden. De Heilige Geest rust de leden van de gemeente toe om dit allereerst in de eigen omgeving te doen. Sommigen worden bovendien geroepen en toegerust voor een zendingstaak in andere culturen en over de landsgrenzen heen.
De gemeente te Antiochië in Syrië (Handelingen 11) ontstond door het getuigenis van eenvoudige volgelingen van Jezus die moesten vluchten uit Jeruzalem. Ze werden er voor het eerst christenen genoemd omdat ze kennelijk opvielen in de stad. Oók werden enkele gemeenteleden, namelijk Paulus en Barnabas, uitgezonden naar andere gebieden om daar het evangelie te verkondigen.

Zendingswerk is ten diepste werk van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader heeft Zijn Zoon gezonden tot redding van de wereld, van ieder die in Hem gelooft. De Zoon Die Zijn leven gaf zendt mensen in Zijn dienst en de Geest is de Geest die mensenharten nieuw maakt.
Vandaag wordt zichtbaar dat de gemeente zendende gemeente is. Want vandaag worden Gerbrand en Gerlinda Reijnoudt, met hun kinderen, Isa, Sep en Eva, uitgezonden tot getuigenis en dienst in de Naam van de Heere Jezus Christus, om in dienst van MAF te werken ten behoeve van de mensen in Zuid-Soedan. 

Hij, Jezus Christus, zegt zowel tot jullie die uitgaan als tot ons die hier blijven: "Zoals Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook u."

Uitzending
We willen nu overgaan tot de uitzending.

Ik verzoek u nu op te staan en in het midden van de gemeente te antwoorden op de volgende vragen:

  • Belijden jullie, Gerbrand en Gerlinda Reijnoudt, dat u zich geroepen weet als gezondenen van de Heere Jezus Christus en Zijn gemeente?
  • Belijden jullie dat de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament het enige en volkomen Woord van God zijn en verwerpt u elke leer die daarmee in strijd is?
  • Beloven jullie om in de kracht en met de gaven die God jullie heeft gegeven met liefde in te zullen zetten en trouw te blijven aan de opdracht die God jullie als leden van Christus' gemeente gegeven heeft?

Wat is hierop jullie beider antwoord?

Mag ik u als gemeente vragen te gaan staan en te antwoorden op de vraag die ik u stel?

Gemeente, u wordt door deze uitzending op een bijzondere wijze verbonden met het werk in Gods Koninkrijk elders in de wereld. De familie Reijnoudt heeft uw voorbede, meeleven en uw pastorale steun dringend nodig. Alleen zo kan het werk van de zending met vrucht voortgaan.
Wilt u ook hun werk met meeleven, gebeden en gaven ondersteunen?
Wat is hierop uw gezamenlijk antwoord? 

Uitzending
Vanuit het midden van Gods gemeente te Scherpenzeel zenden we u, broeder en zuster Gerbrand en Gerlinda Reijnoudt, samen met jullie kinderen Isa, Sep en Eva, uit naar Zuid-Soedan om als gezondenen van Christus in Zijn Koninkrijk te werken.

Zegenen onder handoplegging door

  • Ds. M.C. Stehouwer, predikant Scherpenzeel
  • Ds. G. van Goch, oud-predikant Scherpenzeel
  • Dhr. Adri van Geffen, directeur MAF

De almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest vervulle jullie met Zijn genade, liefde en kracht.
Hij geve dat jullie in Zijn dienst met vrucht bezig zijn tot eer van Hem, tot uitbreiding van Zijn Rijk en tot opbouw van de gemeente.  Amen

Toezingen van de familie Reijnoudt
Zingen: Avondzang (aangepast)

7 O Vader, dat Uw liefd' hen blijk';
o Zoon, maak hen Uw beeld gelijk;
o Geest, zend Uwen troost hen neer;
drieënig God, U zij al d' eer.

De kinderen van de gemeente zingen Isa, Sep en Eva toe

De Heere zegent jou en Hij beschermt jou,
Hij schijnt zijn licht over jouw leven.
Hij zal genadig zijn en heel dicht bij je zijn,
Hij zal zijn vrede aan je geven. (2x)

Toespraak door dhr. Adri van Geffen

Dankgebed en voorbeden
(Predikant spreekt gebeden uit waarin God gedankt wordt voor Zijn werk en de voortgang van het Evangelie wereldwijd. Daarnaast is er voorbede voor allerlei onderwerpen.)

Aankondiging van de collecte bij de uitgang:

  • MAF, steunfonds Familie Reijnoudt
  • Pastoraat

Zingen: Lied 443
(de gemeente zingt een loflied op God, Wie Hij is en wat Zijn naam betekent.)

1 Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. 
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is 'Ik ben' en 'Ik zal er zijn'.

2 Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

3 De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij, Jezus, laat mij niet gaan.

4 'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.

5 O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

6 'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.
Uw naam is 'Ik ben', en 'Ik zal er zijn'.

Zegen
(met de zegen bevestigt God dat Hij met ieder van ons meegaat)


Naar het overzicht van de kerkdiensten