Liturgie van de dienst op zondag 5 maart 2023 om 14:30 uur

Voorganger: ds. M.C. Stehouwer

Lezing: Johannes 12: 20-33

Intrededienst

De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.

Inleidend orgelspel

Welkom en mededelingen

Aanvangspsalm: Psalm 19 (Weerklank)
5 Het woord van uw vermaan / neem ik gehoorzaam aan;
het is mijn richtsnoer, HEER.
Elk die op U vertrouwt, / zich aan uw wetten houdt,
zal leven tot uw eer.
Maar, HEER, wie kent de maat / van zijn verborgen kwaad,
wie kan zichzelf doorgronden?
Verlos en heilig mij, / o HEERE, spreek mij vrij
van mijn verborgen zonden.

Stil gebed

Votum & groet

Zingen: Lied 152
1 Lam Gods, dat zo onschuldig,
zo moedig en geduldig,
aan ’t schandlijk kruishout lijdt,
verdienden niet mijn zonden
die striemen en die wonden?
Ik weet dat Gij onschuldig zijt!

2 Niet Gij, nee ik moest sterven
en ’s Vaders liefde derven
in eindeloze pijn!
Maar in uw mededogen
sloeg Gij op mij uw ogen
en wilde mijn Verlosser zijn.

3 Dat ik U dankbaar nader,
o Voorspraak bij de Vader,
wat is uw liefde groot!
Gij wilde mij hergeven
Het eeuwig, hemels leven
en stierf daarom die wrede dood.

4 O Godslam, nooit volprezen,
leer mij de zonde vrezen,
waarvoor Gij stierf aan ’t kruis!
Deel mij uw grote vrede,
deel mij uw hemel mede
en leid mij eens in ’t vaderhuis.

Gebed

Schriftlezing Johannes 12: 20-33

20. Nu waren er enkele Grieken onder hen die gekomen waren om op het feest te aanbidden.
21. Die dan gingen naar Filippus, die van Bethsaïda in Galilea afkomstig was, en vroegen hem: Heer, wij willen Jezus graag zien.
22. Filippus kwam en zei het tegen Andreas, en Andreas en Filippus zeiden het op hun beurt tegen Jezus.
23. Maar Jezus antwoordde hun: Het uur is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden.
24. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht.
25. Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven.
26. Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.
27. Nu is Mijn ziel in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur. Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen.
28. Vader, verheerlijk Uw Naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb hem verheerlijkt en Ik zal hem opnieuw verheerlijken.
29. De menigte dan die daar stond en dit hoorde, zei dat er een donderslag geweest was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken.
30. Jezus antwoordde en zei: Niet voor Mij is deze stem er geweest, maar voor u.
31. Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden.
32. En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken.
33. En dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven.

Zingen Psalm 65
2 Een stroom van ongerechtigheden
Had d' overhand op mij;
Maar ons weerspannig overtreden
Verzoent en zuivert Gij.
Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
Dien G' uit al 't aards gedruis
Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
Ja, wonen in Uw huis.

3 Daar zal ons 't goede van Uw woning
Verzaden, reis op reis,
En 't heilig deel, o grote Koning,
Van Uw geducht paleis.
Gij, Gij zult vreselijke dingen
Ons, in gerechtigheid,
Doen horen, en ons blij doen zingen
Van 't heil, voor ons bereid.

Verkondiging

Zingen Psalm 89
'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên;
Uw waarheid t' allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
Zo min zal Uwe trouw ooit wank'len of bezwijken.

8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht;
Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.

Geloofsbelijdenis

Zingen Psalm 89
12 "Gij," zal hij zeggen, "zijt mijn Vader en mijn God,
De rotssteen van mijn heil". "'k Zal hem ook stellen tot
Een eerstgeboren Zoon, door al zijn broeders t' eren;
Als koning zal hij zelf de koningen regeren;
Mijn goedertierenheid zijn rijkstroon eeuwig stijven,
En Mijn gemaakt verbond met hem bestendig blijven."

15 "'k Heb eens gezworen bij Mijn eigen heiligheid:
Zo Ik aan David lieg', zo hem Mijn woord misleid'!
Zijn zaad zal eeuwig zijn; zijn troon zal heerlijk pralen,
Zo duurzaam als de zon, zo glansrijk als haar stralen;
Bevestigd als de maan; en aan des hemels bogen
Staat Mijn getuige trouw te schitt'ren in elks ogen."

Dankgebed, voorbede

Toespreken

Toezingen Psalm 119 vers 9 (aangepast)
Doe bij Uw knecht weldadigheid, o HEER',
opdat hij leev', Uw woorden moog' bewaren,
en dat Uw Geest hem ware wijsheid leer',
zijn oog verlicht', de nevels op doe klaren;
dat zijne ziel de wond’ren zie en eer',
die in Uw wet alom zich openbaren.

Zingen Gezang 438
1 Heerlijk is Uw naam, heerlijk is Uw naam,
hoog verheven en vol van kracht.
Heerlijk is Uw naam,
Jezus, Jezus, heerlijk is Uw naam.

2 Heilig Lam van God, heilig Lam van God,
dat de zonden der wereld droeg.
Heilig lam van God,
Jezus, Jezus, heilig lam van God.

3 Waardig bent U, Heer, waardig bent U, Heer,
alle macht en heerlijkheid.
Waardig bent U, Heer,
Jezus, Jezus, waardig bent U, Heer.

Zegen

Uitleidend orgelspel


Naar het overzicht van de kerkdiensten