Liturgie van de dienst op zondag 27 maart 2022 om 09:30 uur
Voorganger: ds. G. van Goch
Lezing: Markus 8: 27 - 9: 1
vijfde lijdenszondag, openbare geloofsbelijdenis
De gezangen in deze liturgie worden gezongen uit de liedbundel Weerklank, tenzij anders is aangegeven.
Zondagmorgen 27 maart doet een groep jongeren belijdenis van het geloof.
We danken God dat Hij doorgaat met Zijn werk en dat Hij geloof wekt en werkt in harten van jongeren zodat zij het verlangen hebben om Zijn naam te belijden.
Aan de hand van het getuigenis van Petrus over Jezus "U bent de Christus" willen we stilstaan bij het unieke van deze belijdenis (Markus 8: 27 – 9: 1).
We roepen de gemeente op deze gemeenteleden te gedenken in hun gebeden. We zien biddend uit naar een gezegende en feestelijke dienst, waar wij allen worden gebouwd in het christelijk geloof.
Welkom en mededelingen
Zingen: Psalm 68: 10
Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag
met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
wie zou die hoogste Majesteit
dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil,
Hij schenkt uit goedheid zonder peil
ons 't eeuwig, zalig leven.
Hij kan en wil en zal in nood,
zelfs bij het naad'ren van de dood,
volkomen uitkomst geven.
Stil gebed (waar de gemeente met en voor elkaar Gods zegen vraagt)
Votum (de predikant bidt namens de gemeente tot God om Hem in afhankelijkheid te ontmoeten)
en groet (de groet bevestigt dat God de gemeente wil ontmoeten)
Zingen: Lied 419
(de gemeente zingt van haar geloof in God)
- Abba, Vader, U alleen
U behoor ik toe.
U alleen doorgrondt mijn hart,
U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn,
U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen
U behoor ik toe.
- Abba, Vader, laat mij zijn
slechts voor U alleen.
Dat mijn wil voor eeuwig zij
d'Uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, HEER.
Laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen.
Gebed (In dit gebed vragen we God dat Hij ons helpt om de preek te begrijpen)
Schriftlezing: Markus 8: 27 – 9: 1
En Jezus vertrok met Zijn discipelen naar de dorpen van Caesarea Filippi. En onderweg stelde Hij Zijn discipelen een vraag; Hij zei tegen hen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elia; en weer anderen: Een van de profeten.
En Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? En Petrus antwoordde en zei tegen Hem: U bent de Christus.
En Hij gebood hun streng dat zij met niemand over Hem zouden spreken.
En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan.
En dit woord sprak Hij vrijuit. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen, maar Hij keerde Zich om en terwijl Hij Zijn discipelen aankeek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg achter Mij, satan, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.
En toen Hij de menigte met Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.
Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden.
Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?
Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?
Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben in dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal de Zoon des mensen Zich ook schamen wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met de heilige engelen.
En Hij zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij gezien zullen hebben dat het Koninkrijk van God met kracht gekomen is.
Zingen: Lied 421
(de gemeente belijdt haar toewijding aan God)
Als een hert dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn Kracht, mijn Schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
Preek met als thema: U bent de Christus
Zingen: Psalm 108: 1 en 2
(de gemeente zingt dit lied als antwoord op de preek)
- Mijn hart, o Hemelmajesteit,
is tot Uw dienst en lof bereid;
'k zal zingen voor den Opperheer,
'k zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij zachte harp, gij schelle luit,
waakt op, dat niets uw klanken stuit'.
'k Zal in de dageraad ontwaken
en met gezang mijn God genaken.
- Ik zal, o HEER', Uw wonderdaân,
Uw roem de volken doen verstaan,
want Uwe goedertierenheid
is tot de heem'len uitgebreid.
Uw waarheid heeft noch paal noch perk,
maar streeft tot aan het hoogste zwerk.
Verhef U boven 's hemels kringen,
en leer al d' aard' Uw grootheid zingen.
Lezing van het Formulier voor de openbare belijdenis van het geloof
Gemeente des Heeren, enige broeders en zusters verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus.
Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn.
In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus' gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij Zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten.
De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis der waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd.
Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest?
Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lidmaat van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk??
Ten derde: Wilt u in de gemeenschap van de algemene Christelijke kerk – waarvan ook de Protestantse Kerk in Nederland een gestalte is – en onder het opzicht van de Hervormde Gemeente in Scherpenzeel getrouw zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige Schrift en naar de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?
Ja-woord en bevestiging
Opneming onder de belijdende leden en toelating tot het Heilig Avondmaal
Belijdeniscatechisanten zingen: Lied 439: 1, daarna met de gemeente 3 en 4
1. HEER, U bent mij leven, de grond waarop ik sta.
HEER, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.
HEER, ik bid U, blijf mij nabij
3. HEER, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
HEER, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, HEER;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.
4 Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd' en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen bracht;
en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.
Toezingen nieuwe lidmaten: Avondzang 7 (aangepast)
(we zingen de nieuwe leden staande toe en blijven staan tot na het zingen van Psalm 27: 7)
O Vader, dat Uw liefd' hun blijk';
O Zoon, maak hen Uw beeld gelijk;
O Geest, zend Uwe troost hun neer;
Drieënig God, U zij al d' eer.
Bemoediging voor de nieuwe leden
Vraag aan de gemeente
Gemeente van Jezus Christus, u hebt de belijdenis van deze broeders en zusters gehoord en hun toelating tot het Heilig Avondmaal vernomen. Wilt u hen in uw midden ontvangen en met uw zorg, uw liefde en uw gebeden om hen heen staan als leden die met ons één zijn in de Heere? Wat is hierop uw antwoord?
Ja, van harte!
De twaalf artikelen van het algemeen ongetwijfeld Christelijk geloof
Zingen: Psalm 27 : 7
7 Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op de HEER', godvruchte schaar, houd moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer.
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op de HEER'.
Gebed
(Predikant spreekt gebeden uit waarin God gedankt wordt voor Zijn werk en Woord en waar voorbede wordt gedaan. Dit gebed wordt afgesloten met het Onze Vader)
Zingen: Lied 242
(Met dit lied mogen wij naar huis gaan, verbonden met de Heere God en met elkaar)
1 Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze HEER.
Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer.
2 Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is.
En zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis.
't Werk van God is niet te keren omdat Hij er over waakt,
en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt.
3 Prijst de HEER, de weg is open naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer.
't Is uw Geest die mij doet zeggen:
Jezus Christus is de HEER!
Zegen
(De zegen bevestigt dat God met de gemeente mee gaat)
Orgelspel